Categorie archief: Humor

Madame le Commissaire

In Groot Brittannië en de VS is de cosy detective al langer populair. Een luchtige detective waarin de spanning niet voorop staat, maar wel een prima plot heeft met licht excentrieke speurders en de nodige humor. Inspecteur Montalbano van Camilleri is al lang in ons midden, al heeft de schrijver ons inmiddels verlaten.

Meer recente gezellige detectives hebben we eerder besproken op dit blog. De serie van S.J. Bennett rond Queen Elizabeth. De Moordclub (op donderdag) van Richard Osman. Dan is er nog Tante Poldi van Mario Giordano, een serie die speelt op Sicilië en onze eigen Hetty Kleinloog met de zusjes Kauffmann.

In dit rijtje horen ook de boeken van Pierre Martin over Madame le Commissaire. Martin en Giordano zijn trouwens allebei Duitse schrijvers. Het idee dat Duitsers geen humor hebben kan daarmee definitief in de grijze container.

Isabelle Bonnet draagt fysieke en psychische littekens als ze aankomt in haar geboorteplaats Fragolin, een dorp aan de Côte d’Azur. Ze stond aan het hoofd van een binnenlandse veiligheidsdienst en wil daar herstellen van een bomaanslag in Parijs waarbij ze bijna het leven liet. Haar baas laat haar echter niet met rust en vraagt haar, nu ze toch in de buurt woont, de dood van een jonge vrouw en de vermissing van een Engelsman te onderzoeken. Ze krijgt van hem de rang van commissaire. Met tegenzin begint ze het onderzoek, maar merkt gaandeweg dat het haar goed doet. Daar speelt ook het prettige dorpsleven een rol in. Elke morgen koffie en croissants in het café, de hernieuwde kennismaking met een jeugdvriendin en de aantrekkelijke burgemeester die toenadering zoekt. Ze krijgt een slungelige assistent toegewezen die, naast een grote voorraad gekleurde sokken, onverwachte talenten blijkt te hebben. Samen ontdekken ze wat er gebeurd is in de villa waar de dode vrouw is gevonden.

De titels die zijn verschenen hebben alle drie een lichte toets en Martin verslapt niet in deel 2 en 3 van de serie. De personages zijn op een goede manier een beetje zwart-wit. De treffende sfeer in de Provence geeft je het idee dat je zelf op vakantie bent aan de Côte d’Azur. Zonnig leesplezier.

Het eerste deel is ook te leen in de Online bibliotheek als luisterboek en e-book. Het tweede deel als e-book.

Koninklijke detective

Een humoristische detective is als een high tea tijdens een zonnige vakantie. Heerlijk om van te snoepen en de echte wereld doet er even niet toe terwijl je je verliest in traditioneel vermaak. Vooral als de detective van dienst een amateur is, geen doorsnee burger en lichtjes excentriek. Een majesteitelijke Miss Marple (zoals gespeeld door Margaret Rutherford).

S.J. Bennett heeft met De moord op Buckingham Palace een tweede detective afgeleverd met Queen Elizabeth II in de hoofdrol. Haar talent blijkt niet alleen te liggen in het heel lang monarch zijn, ze is op hoge leeftijd ook nog een scherp denkende speurder. Na De moord op Windsor Castle is Elizabeth vooral bezorgd over een klein schilderijtje dat ze bij de opening van een tentoonstelling is tegengekomen. Het is een kleurrijke en niet zo goed gelukte impressie van de HMY Britannia, het koninklijke schip, dat vroeger op haar slaapkamer hing. Ze geeft haar persoonlijke assistent Rozie de opdracht om uit te zoeken waarom het schilderij niet meer in het paleis hangt en het terug te halen.

Maar dan wordt Cynthia Harris uit de hofhouding rond de koningin dood gevonden in het zwembad. Wat elders een ongeluk lijkt. is in een detective vanzelfsprekend een moord. De politie zit op een verkeerd spoor. De koningin laat het er niet bij zitten en samen met Rozie slaat ze aan het speuren.

Bennett combineert humor en een heldere stijl aan bestaande personages en een verzonnen realiteit. Elizabeth is op zeer hoge leeftijd nog steeds scherp, met grote mensenkennis en een onderkoeld gevoel voor humor en dat is eigenlijk wel heel plausibel.

Meer humoristische detectives voor nog meer high tea en vakantiegevoel:
Richard Osman – De moordclub (twee delen)
Nicolien Mizee – Moord op de moestuin
Mario Giordano – Tante Poldi (twee delen)

De moordclub (op donderdag)

Het is tijd om een ietwat belegen term op te poetsen. Richard Osman geeft met zijn serie De Moordclub (op donderdag) het woord geestig een zonnige glans en laat zien dat een nieuwe hobby op latere leeftijd kan bijdragen aan levensgeluk als de meeste jaren al achter je liggen.

Vier bewoners, allen in de 70, van een luxe bejaardencomplex bespreken op donderdag tijdens de lunch een cold case. Meestal met wat wijn en lekkere hapjes. De leden van de Moordclub (op donderdag) zijn Elizabeth, Ibrahim, Ron en het nieuwste lid Joyce. Elizabeth is degene die de zaken aandraagt en de officieuze voorzitter. Voorheen was haar vriendin en voormalig rechercheur Penny dat, maar zij ligt al langere tijd in het ziekenhuis. In haar woning bewaard ze haar oude zaken waarmee ze nog jaren vooruit kunnen bij leven en welzijn. Met de gepensioneerde psychiater Ibrahim, de voormalige vakbondsleider Ron en ex-verpleegster Joyce maalt het viertal niet om een druppeltje bloed.

Niks zo leuk voor de club als een verse moord. Als aannemer Tony Curran, vennoot van hun huisbaas Ian Ventham, dood wordt aangetroffen kan de Moordclub hun kennis en kunde in de praktijk brengen. Wat volgt zijn nog meer lijken en een lekker plot dat door de Moordclub wordt ontrafeld. Ondertussen breiden ze hun vriendenkring uit met twee plaatselijke recercheurs.

In het tweede deel, dat nog beter is dan het eerste, wordt duidelijk waar Elizabeth haar skills vandaan heeft en verdiept de vriendschap van het viertal. Een vriendschap onder het motto van de vier musketiers, een voor allen, allen voor een. Ze nemen het onvervaard op tegen MI5 en een hele grote crimineel. Ondertussen babbelt Joyce er in haar dagboekfragmenten lustig op los en lees je beide boeken met een grijns op je gezicht. Osman is werkelijk een zeer geestige schrijver, het plezier spat van alle pagina’s. Hij heeft een kwartet geschapen waar je alleen maar van kunt houden.

De serie smeekt werkelijk om verfilming. In een interview vertelt Osman dat iedereen met namen komt voor het illustere kwartet. Helen Mirren, Julie Waters, Judy Dench. Meryl Streep wil heel graag. Wie het gaat doen is nog onbekend, maar dat het verfilmd gaat worden staat wel vast want Steven Spielberg, ook niet meer een van de jongsten, heeft de rechten voor de verfilming.
Hij heeft al aangekondigd voor jongere acteurs te kiezen, omdat hij niet het risico wil lopen dat een van de acteurs voortijdig moet afhaken vanwege The End. Jammer. Want Helen Mirren zou een geweldige Elizabeth zijn. De andere twee dames mogen een strootje trekken voor de heerlijk kokette Joyce. Ben Kingsley kan als Ibrahim en Brian Cox als Ron en de Moordclub (op donderdag) is compleet.

Het eerste deel is ook te leen in de online bibliotheek, als e-book en luisterboek.

Van Amsterdam naar Gaast

Een aantal jaar na het overlijden van haar man laat Petra Possel de stad Amsterdam achter zich. Te hip, hot en hype. Te druk, op straat en in haar hoofd. Ze verlangt naar rust. Ze koopt een pittoresk huisje in Gaast, dorp aan de dijk. Dat pittoreske valt tegen als ze er eenmaal woont (gratis tip, koop een huis op het platteland in november). Het dak lekt en het is koud, want op het IJsselmeer waait het altijd. En dan zij er nog de Friezen.

Possel schrijft lichtvoetig, met veel humor, maar oppervlakkig is het nergens. De rouw om haar man, een nieuwe liefde, de ontmoetingen met de inwoners, ze stipt het aan, maar laat je verbeelding wel werken. Haar ontmoeting met Zwaluwman, Theunis Piersma die het begrip landschapspijn heeft gemunt, bracht bij mij nog een herinnering naar boven aan een schoolreis. In de bus op weg naar Rolduc, Aken en Luxemburg, had hij een cassettebandje mee met daarop het album Paloma Blanca van de George Baker Selection. Waarom weet ik nog steeds niet, maar de buschauffeur draaide deze muziek de godganse busreis op een te hard volume. Wat.een.ramp. Ik had hem Duifman genoemd.

Maar terug naar het boek. De stad uit is een heerlijke kroniek van een stadsmens die er gaandeweg achter komt dat het leven in stilte haar beter past dan de gejaagdheid van de stad. Dat ze al struikelend haar plek vindt in een dorp van 220 inwoners is te lezen in korte hoofdstukken, dat in het dit jaar verschenen Alles gaat over, een vervolg kreeg. Dat ga ik nog lezen, omdat ik benieuwd ben hoe het haar verder is vergaan.

Nog even dit. Als ze een succesvol diner organiseert voor de dorpsgenoten, vraagt ze de volgende dag aan de Dorpsoudste wat hij er van vond: ”Ben niet aan de schijterij geraakt, dus het was goed”. Dat is een vrij lang antwoord voor een Fries en een mooi wolkom yn Fryslân.

Lekker laten lullen

Een boekje dat gaat over de perikelen van dertigers, wil je dat lezen als je maar liefst tweemaal zo oud bent? Ja dus. Volgend jaar hoopt jongste dochter haar dertigste verjaardag te vieren, en dan zou dit boek een toepasselijk cadeautje kunnen zijn. Maar dan moet ik wel zeker weten dat ik haar geen kat in de zak geef.

Lianne Sanders (30) en Suzette Hermsen (31) zijn freelancers en journalisten. Verder hebben zij met elkaar gemeen dat ze in tegenstelling tot veel leeftijdsgenoten in hun kennissenkring nog niet getrouwd zijn, geen huis en goedbetaalde baan hebben en ook nog geen kind(eren). Daar houden de overeenkomsten op. Lianne zit midden in een burn-out en krabbelt daar moeizaam uit; Suzette gaat nuchter en optimistisch om met alles wat op haar pad komt. In dit boek komen ze om de beurt aan het woord en geven ze openhartig en met humor een kijkje in hun leven. Dit doen zij in hoofdstukken met titels als:

  • Waarom je niet meer bij je moeder wilt wonen als je bijna dertig bent (Lianne)
  • Ik ben al twaalf jaar volwassen, maar voel het me nog altijd niet (Suzette)
  • Ik was de hele tijd bang, maar wist niet goed waarvoor (Lianne)
  • Dat je niet meer op reis kunt zonder dat mensen denken dat je ten huwelijk wordt gevraagd (Suzette)
  • Ik werd zo zweverig dat ik soms bang was dat ik opsteeg (Lianne)
  • Tegenwoordig is iedereen authentiek, wat het meteen weer een boel minder authentiek maakt (Suzette)

Lianne is naar mijn smaak wat veel bezig met zaken als leven in het nu, mediteren en in verbinding zijn met zichzelf, maar voordat ik echt met kromme tenen zat te lezen gooide ze er wat zelfspot en rake oneliners doorheen. En sommige van haar inzichten zijn best verhelderend.
Verder is dit gewoon een herkenbaar en vaak vermakelijk boekje, plezierig leesvoer voor dertigers maar net zo goed voor hun moeders (die het volwassen worden ook nog niet allemaal onder de knie hebben). In elk geval komt Lekker laten lullen alvast op het lijstje met cadeau-ideeën.

Eerder verscheen van hun hand Zeik niet zo; het echte leven van de millennial. Dit schreven ze samen met mede-journalist Anouk Kemper.

Reserveer dit boek

 

 

Lianne Marije Sanders en Suzette Hermsen

Boek van het jaar

Het is nog maar augustus en toch heb ik net het boek van het jaar gelezen. Magda is overal is het debuut van Christian Jongeneel. Volgens zijn eigen website is Jongeneel wetenschapsjournalist, techniekfilosoof, auteur, cultureel ondernemer, columnist, organisator, reiziger en Rotterdammer. Van de andere kwalificaties weet ik niks, maar als auteur heeft hij me urenlang in zijn greep gehad.

magda“Drie uur na haar dood was oma weer klaarwakker.”

Daarmee begint het eerste deel van dit boek, Magda. Oma komt terug uit de dood omdat het vanwege de slachtoffers van de aanslag op de Twin Towers te druk was in het hiernamaals. Met zo’n begin weet je dat je een bijzonder verhaal wacht.

De familie rond het sterfbed heeft Friese, Surinaamse, Chinese en Marokkaanse invloeden. Magda Singh is de tweelingzus van de verteller Dede. Zij is fotomodel met een uitstraling waar de hele wereld voor valt. Overal waar ze verschijnt roept ze het beste in de mens op. Dede beschermt haar tegen al te opdringerige fans.

En net als je je afvraagt waar het naar toe gaat eindigt het eerste deel en begint met Femke het verhaal over de geschiedenis van deze familie. Op 11 september 1901, precies honderd jaar eerder, staat Sytse Jelgersma op een Rotterdamse kade bij het kantoor van de Holland Amerika Lijn. Zijn droom om een nieuw leven te beginnen in Amerika heeft hem naar deze stad gebracht.
Dit verhaal wordt prachtig verteld in een veel langzamer tempo. Femke, de oma uit het eerste deel, is de dochter van Sytse en de Chinees-Javaanse Li. Een verhaal dat antwoorden geeft op de vragen die je hebt door het eerste deel, maar er tegelijk voor zorgt dat je nieuwe vragen hebt.

Twee in stijl en tempo totaal verschillende verhalen, Jongeneel past alles op verbluffende wijze aan elkaar in het laatste deel Burcu. De verbeelding is in Magda is overal aan de macht en snijdt tegelijk actuele thema’s aan als afkomst, religie en extremisme. Met een onbetrouwbare verteller, gekruid met Bret Easton Ellis, Tandem van Jacob Vis, Citizen Kane en magisch realisme heeft Jongeneel een fantastisch verhaal geschreven.

reserveer

Moord op de moestuin

Als liefhebber van (moes)tuinieren én van detectives kon ik niet om dit boek van Nicolien Mizee heen. De titel gaf me de indruk dat de moestuin zélf vermoord werd, maar dat komt doordat ik zelf nooit spreek van werken ‘op’ de tuin. Ik wroet ‘in’ de tuin. Maar het gaat hier – neem ik dan maar aan, om een vermoorde landheer. Of de moestuin ongeschonden uit de strijd komt is maar de vraag. En het blijft niet bij deze ene moord uit een vrij ver verleden.

mizee1Judith, een schrijfster halverwege de veertig, is onlangs getrouwd met de veertien jaar oudere Thijs. Drie dagen na de bruiloft kreeg Thijs een hartaanval en na een zware operatie wil het herstel niet vlotten. Het helpt niet dat de buurman met een lawaaiige verbouwing bezig is. Zus Cora en haar man hebben de oplossing: ze huren voor twee maanden een idyllisch gelegen huisje op landgoed Groenlust.
Daar volgt het onverwachte weerzien met twee schoolvriendinnen van de zussen, die met hun demente moeder op het landgoed wonen. Dit hebben zij geërfd van hun vader Friso Lanssen, nadat die jaren geleden spoorloos verdween.
Bij het landgoed horen tien volkstuinen, die worden gehuurd door een bonte verzameling al dan niet serieuze tuiniers. Judith laat zich verleiden om voor twee maanden een tuin te huren en zij doet in diezelfde tuin een griezelige vondst…

Deze detective leest lekker weg. Nicolien Mizee heeft een prettige laconieke stijl van schrijven, en met spitsvondigheden en onverwachte wendingen houdt ze de aandacht gevangen.
Wat leren we van dit verhaal? Ga er niet te snel van uit dat tuiniers per definitie een vreedzaam volkje vormen, en plant geen bamboe in een volkstuin ;). Ondanks alle commotie knapt Thijs overigens goed op.

Mizee heeft inmiddels negen heel diverse boeken geschreven. Moord op de moestuin is haar eerste detective. Wat mij betreft mogen er meer volgen!

Ik heb net een detective geschreven, ‘Moord op de moestuin’. Ik wilde graag weer fictie schrijven en ik hou van Agatha Christie. Die boeken zijn wel in sjablonen geschreven maar ze getuigen van een tijdloze wijsheid. En de moestuin is een ideale setting: afgesloten arena, microkosmos, zomer, vriendschappen en natuurlijk een moordje hier en daar. (Trouw)

interview met Nicolien Mizee, VPRO boeken
Carolina Lo Galbo spreekt in VPRO Boeken met Nicolien Mizee over haar thriller ‘Moord op de moestuin’

Dubbelbloed

Johan Fretz is schrijver en theatermaker. Ik heb hem een keer zien optreden met Marcel Harteveld. Een geweldig leuke avond, maar het liet me achter met het gevoel dat er in dat beweeglijke lichaam en die expressieve kop nog heel veel zit wat verteld moest worden. Met Onder de paramariboom neemt hij je mee naar Suriname, het geboorteland van zijn moeder. Net zoals hij zichzelf ontdekt op zijn reis, zo hoor je als lezer wat er nog meer verteld moest worden.

fretz220

Johannes is uitgenodigd om een lezing te geven in Paramaribo. Suriname is het geboorteland van zijn moeder. Zij had in haar jeugd de droom om kunstenaar te worden. Als negende kind in het gezin werd haar dat niet gegund. Ze werd naar Nederland gestuurd op 19-jarige leeftijd. Daar ontmoette ze de man die de vader zou worden van hun enige kind, Johannes.

Hij is totaal niet bezig met zijn huidskleur en afkomst, integendeel. De wens van zijn moeder om met haar naar Suriname te gaan negeert hij al jaren. Als hij haar vertelt van zijn reis en haar uitnodigt om mee te gaan, explodeert ze van vreugde. Ze gaat een paar dagen later dan Johannes naar Suriname omdat ze wil dat hij het land zelf ontdekt.

De reis duurt slechts acht dagen, maar wordt een life changing experience. Er is heel veel te vertellen over dit boek, maar lees vooral zelf hoe Fretz met humor zichzelf en zijn ouders niet spaart, om na acht dagen als een ander man op het vliegtuig te stappen.

Dubbelbloed is de aanduiding voor iemand van gemengde afkomst. De term halfbloed is bedacht door de koloniale overheersers, houdt zijn moeder hem voor. Behalve Surinaams stroomt er ook nog Duits bloed door Johannes zijn aderen. De opmerkingen van zijn moeder over het Duitse gehalte van zijn vader zijn hilarisch. Fretz heeft een prachtig boek geschreven over zijn tumultueuze jeugd en de bewustwording over zijn afkomst. Warm aanbevolen.

Johan Fretz heeft met dit boek de Boekhandelsprijs 2019 gewonnen.

reserveer dit boek

Hoe overleef ik de jaren tachtig?

Tim Kamps is een veelzijdig man, cabaretier, regisseur en schrijver. In alles wat hij doet is humor het uitgangspunt, zegt hij in een interview in de Volkskrant.  Dat maakt van De verschrikkelijke jaren tachtig ondanks de schrijnende achtergrond een bij vlagen zeer humoristisch verhaal. Kamps is van 1977 en groot geworden in de jaren tachtig. Het verhaal in dit boek is gebaseerd op zijn eigen jeugd, dat van een vriendin en zoals hij zelf zegt “verzonnen dingen”.

kampsVia de bijna achtjarige verteller maken we kennis met de leden van een commune in Rotterdam. Goeroe Bert heeft een ongezonde grip op de communeleden. Erg ideologisch is hij niet, de commune lijkt vooral een excuus om vrouwen aan zich te binden.

De moeder van de naamloze hoofdpersoon rookt en ligt veel op bed.
Er gebeuren dingen waar nu alle alarmbellen van zouden afgaan, maar ondanks interventies van de Kinderbescherming, kan Bert gewoon verder met zijn commune.

De achtjarige verteller registreert op een volwassen manier de gebeurtenissen, maar houdt tegelijk een kinderlijke blik en dat werkt wonderlijk goed.

Bij ons thuis wordt veel geblowd. In de jaren tachtig blowt bijna iedereen. Ook gewoon waar kinderen bij zijn. Bijna elke avond steekt Bert met Joyce een hele grote joint op en dan gaan ze elkaar heel lang met extra vierge olijfolie masseren.

De verteller trekt vooral op met kamergenoot Donnie die in dezelfde klas en vol plannen zit. Donnie wil weglopen. Naar België want daar is de mayo lekkerder. Niet een slecht plan als je weet dat ze voornamelijk patat eten in de commune.

Kamps brengt het verhaal zeer overtuigend met een geweldige twist op het eind. Vandaar ook de vraag van de verteller of je het boek nog een keer wil lezen.

reserveer dit boek

Maffia op de maan

artemisHet succes van Mars, verfilmd als The Martian, zal schrijver Andy Weir aangenaam hebben verrast. Never change a winning team, moet hij gedacht hebben. Zijn tweede SF roman heeft namelijk dezelfde ingrediënten. Een toekomst die niet zo ver weg lijkt te liggen, een vindingrijke held, uitleg van natuurkundige principes en een schrijfstijl waarmee een literaire prijs verder weg lijkt dan de maan.
Want over dat hemelobject gaat het dit keer. Op de maan staat een nederzetting met vijf koepels en tientallen verdiepingen.

Het economische leven draait om toerisme en de productie van aluminium. In deze stad probeert Jazz het hoofd boven water te houden door naast haar koeriersdienst illegale producten van de aarde te smokkelen. Als haar grootste klant, een miljardair, haar een voorstel doet om de aluminiumproductie te saboteren, komt ze in grote problemen. De aluminiumfabriek is een witwasoperatie van de maffia. Braziliaanse maffia in dit geval.

Maar je hoeft je geen zorgen te maken, Jazz komt altijd op haar voeten terecht al duurt dat door de geringe zwaartekracht iets langer dan normaal. Ze is een heldin met ballen, rechtstreeks uit een Hollywoodproductie*. Gewapend met sarcastische humor en veel slimmer dan de gemiddelde maanbewoner.

Weir heeft een lekker ruimteavontuur geschreven. Daar horen platte personages bij, een voorstelbare omgeving en de eerder genoemde humor die mij in ieder geval een paar keer deed grinniken. Dat Weir geen groot schrijver is doet er daardoor niet zo veel toe. Dan Brown is ook geen groot stylist om maar eens een vergelijking te maken.

* de rechten zijn verkocht aan 20th Century Fox