Categorie archief: Leestip

Huisje 13

Deze keer eens iets anders dan een thriller, want Huisje 13 is namelijk een YA-Roman. Het heeft een vrolijke cover met een pakkende zin “overleven zonder wifi”. Hierdoor sprak het boek mij al aan, maar de achterflap zorgde ervoor dat ik het boek leende uit de Bibliotheek.

Op haar negende gaan Ronja’s ouders uit elkaar en beide ouders krijgen een nieuwe relatie. Ronja blijft bij haar moeder wonen en kan het goed vinden met haar nieuwe vriend. Af en toe gaat Ronja een weekend naar haar vader. Dan komt Ronja’s wereld ineens op zijn kop te staan. Haar moeder verandert in een ‘wifiwappie’ en wil per se verhuizen naar een stralingsvrijezone. Al die stralingen, daar wordt ze ziek van. Ronja moet gedag zeggen tegen haar vrienden en haar school, maar ook tegen de wifi. In het vakantiepark waar ze komen te wonen is die er namelijk niet. Dit betekent dat ze haar vriendinnen niet kan appen, maar ook veranderingen in haar schoolrooster niet kan zien. Helaas blijft het daar niet bij. Na een uit hand gelopen feestje is Ronja niet langer meer welkom in het huis. Ze krijgt haar eigen vakantiehuisje.

Een droom voor iedere tiener zou je denken, maar zonder stromend water en werkende verwarming is het best pittig. Wat als haar school hierachter komt of, erger nog, haar vader?

Het leuke aan het boek is dat het wordt verteld in twee verschillende tijdlijnen. In het heden, wanneer Ronja in Huisje 13 woont, en in het verleden. In het verleden lees je hoe de situatie met haar moeder uit de hand is gelopen. In het heden lees je over het overleven in een niet functionerend huis. Hierdoor wordt Ronja snel volwassen. Het leven in het vakantiehuisje is niet altijd vervelend. Zo zitten er ook een aantal positieve kanten aan: ze houdt van tuinieren en eigen groentes verbouwen, ze heeft haar eigen plekje én er komt wel een hele interessante jongen op het park wonen.

Voor Ronja gaat het niet alleen om overleven, maar ook het leren inzien dat haar huidige situatie niet ideaal is.

Huisje 13 is een prachtig boek voor jongeren, maar ook voor volwassenen.

The first to die at the end

The first to die at the end is een hartverscheurend verhaal geschreven door Adam Silvera over het idee dat het leven niet oneindig is. Wat zou er namelijk gebeuren als er een organisatie zou bestaan die je belt op de dag dat jij gaat sterven? Death-cast is zo’n een organisatie in The first to die at the end. Maar kan deze lijst van mensen die dood gaan echt zijn en wat zijn de potentiële implicaties door ontstaan door deze organisatie? Hier komen we allemaal achter in The first to die at the end. 

De twee primaire hoofdpersonen zijn Orion en Valentino. Orion is een jongen die weet dat tijd niet oneindig is. Orion heeft namelijk een hartziekte waardoor hij het besluit heeft genomen om lid te worden van de zogenaamde Death-cast organisatie. Valentino wilde er eerst niks van weten. Maar, na bijna zijn tweelingzus te zijn verloren in een auto-ongeluk, besluit hij om zich toch aan te melden bij de organisatie. Orion en Valentino ontmoeten elkaar na oogcontact te hebben gemaakt op Times Square tijdens de lancering van de Death-cast organisatie en zijn voor altijd veranderd. 

… as long as you keep existing, you’ll keep breathing, and if you’re breathing, one day you’ll start living again

The first to die at the end p. 61

Na het succes van Silvera’s boek They both die at the end in 2017 had ik zeer hoge verwachtingen van deze prequel. Fictieve verhalen over de dood hebben mij nooit aangesproken (ik hou meer van de zogeheten happy endings), behalve wanneer ze zijn geschreven door Adam Silvera. Zelf zou ik echt nooit mij opgeven voor zo’n Death-cast organisatie, maar ik snap wel door dit boek waarom mensen het wel zouden doen. In The first to die at the end ontmoet de lezer namelijk ook mensen in deze organisatie werken en leert de Death-cast organisatie kennen vanuit hun ogen. Door dit boek te lezen leer je als lezer redenen kennen waarom mensen deze organisatie kunnen vertrouwen of wantrouwen.

Adam Silvera’s schrijfstijl helpt enorm om dit heftige onderwerp van sterven toch luchtig te houden. Silvera schrijft vlot en meeslepend en hij weet de emoties van zijn personages goed over te brengen. Het verhaal is ontroerend en de lezer zal zich zeker betrokken voelen vooral bij de personages Orion en Valentino.

Kortom, The first to die at the end is een prachtig boek dat zeker de moeite waard is om te lezen. Het is een verhaal over vriendschap, liefde en de strijd tegen de dood en het zal de lezer zeker ontroeren. Adam Silvera heeft opnieuw bewezen een getalenteerde schrijver te zijn die in staat is om diep emotionele verhalen te vertellen die de lezer niet snel zal vergeten.

Dit boek is te reserveren in het Engels!

The Invisible Life of Addie LaRue

Ik dacht oprecht toen The Invisible Life of Addie LaRue van V.E Schwab op Tiktok (booktok) een hit werd een paar jaar geleden dat het echt zo’n typisch overhyped boek zou zijn.  Dit beeld bleef ik denken totdat een van onze collega’s mij forceerde om toch met dit boek te beginnen. The Invisible Life of Addie LaRue heeft mij veranderd als persoon en ik zal NOOIT meer een boek op zijn achterkant beoordelen. 

Ons hoofdpersoon Adeline (Addie) heeft een keuze gemaakt. Om onder een geforceerd huwelijk uit te komen sluit ze een deal met een donkere schaduw die haar ziel als prijs eist. Ze spreekt met hem af dat pas als ze klaar is met leven (hoe lang dit ook maar duurt) mag hij haar ziel hebben:

“Then take my life when I am done with it. You can have my soul when I don’t want it anymore”

The invisible life of addie larue p.50

Om ervoor te zorgen dat de schaduw zo spoedig mogelijk haar ziel krijgt zorgt hij ervoor dat elk persoon die Adeline ontmoet vergeet wie ze is. Ieder persoon die ze ooit heeft ontmoet vergeet Adeline op het moment dat zij uit hun zicht is. Voor meer dan 300 jaar wordt Adeline vergeten door iedereen om haar heen.

Totdat Adeline Henry tegenkomt. Henry, die een werknemer is bij Good Books, herinnert haar op het moment dat Adeline zijn boekhandel in stapt en een boek steelt. Henry is de eerste persoon in 300 jaar die Adeline niet gelijk vergeet en de twee vormen gelijk een band samen.

Dit boek was geweldig en hartverscheurend. Vooral het Engels taalgebruik straalt eruit, want het is niet moeilijk geschreven en toch zit het vol met beeldspraak om ervaringen beter te laten overkomen. Ik kan zo wel honderden citaten opnoemen die ik heb opgeschreven omdat ik ze zo prachtig vond maar ik kies deze om te delen:

“It is like waiting at a neighbor’s door after you’ve knocked, when you know they are home.”

The invisible life of addie larue p.28

Ik vind door het prachtige taalgebruik ook echt dat iedereen dit boek minstens één keertje moet hebben geprobeerd in het Engels. De schrijfstijl van Schwab is ongeëvenaard en moet worden gewaardeerd in haar moedertaal anders kun je vergelijkingen missen die boek het juist zo mooi maken.

Tijdens het lezen van The Invisible Life of Addie LaRue heb je geen idee hoe het boek gaat eindigen. En dat maakt dit boek juist zo vermakelijk. Ondanks de lengte van het boek houdt het je vast tot het einde. Ik vind daarom ook echt dat iedereen The Invisible Life of Addie LaRue moet gaan lezen! 

Maar is Engels toch niet je ding? Dit boek is ook te reserveren in het Nederlands!

Dit is een goed stel hoor

Blijven hangen in het verleden raadt de schrijver niemand aan, maar zo nu en dan even omkijken kan een genoegen zijn. In Dit is een goed stel hoor blikt sportjournalist Theo Reitsma terug op 50 jaar sportgeschiedenis. Hij doet dit aan de hand van anekdotes en opvallende ervaringen van voornamelijk Nederlandse sporters op evenementen waar hij zelf nauw bij betrokken was.

Boek Theo ReitsmaTheo Reitsma werd veelal gezien als de beste commentator. Hij was in ieder geval mijn favoriete sportverslaggever. Uitstekend voorbereid,  nieuwsgierig en beschikkend over een arendsoog. Met liefde voor de sporten die hij volgde: voetbal, atletiek, honkbal en boksen. In dienst van de kijker zag hij het commentaar puur als ondersteuning van het beeld, zonder opsmuk en tierelantijnen en vooral niet om zelf de eerste viool te spelen. Slechts een enkele keer ging hij uit zijn dak; toen Marco van Basten in de finale van het  EK ’88 een prachtig doelpunt maakte:

GOED, OOHHH WAT EEN GOAL! WAT EEN SCHITTEREND DOELPUNT ZEG. JA, NIET TEGELOVEN ZOALS IE DIE BAL UIT DE LUCHT OPPAKT IN DIE HOEK DAAR. NIET TE GELOVEN WAT EEN WEERGALOOS DOELPUNT!

Of toen Ellen van Langen de 800 meter won op de Olympische Spelen van Barcelona ‘92. Sommige uitspraken zijn historisch geworden en komen in het boek terug. Op het WK voetbal van 1986 waren er nog niet zoveel camera’s en er was nog geen VAR. Maradona scoorde tegen Engeland en Reitsma riep resoluut; “En ik zeg hands”. Hij zat in de nok van een groot stadion, maar had het als een van de weinigen bij het rechte eind. Maradona beweerde later dat hij met de hand van God had gescoord.

Reitsma toont in het boek interesse voor de mens achter de sporter en heeft oog voor de politieke situaties, zoals de aanslag van de Palestijnen op de Israëlisch (Olympische Spelen München 1972) en de dwaze moeders tijdens het totalitaire regime van generaal Videla in Argentinië  (WK voetbal 1978). Ook krijgt de lezer een kijkje in de keuken van de sportredactie van de NOS. Met de afgeronde verhalen levert Reitsma vakwerk zoals we dat van hem gewend zijn. De titel van het boek verwijst naar het Europees Kampioenschap ‘88 waarop het winnende Nederlands Elftal op een bankje een feestje viert en Reitsma opmerkt: “Dit is een goed stel hoor”.

Na een gedegen HBS-B opleiding ontwikkelt Reitsma zich bij verschillende dagbladen in de (sport)journalistiek. Vanaf 1969 wordt Studio Sport zijn werkterrein met voetbal en atletiek als specialiteiten. Toch heeft honkbal zijn grote voorliefde en hij beleeft zijn ‘finest hour’ als het Nederlands honkbalteam het niet te kloppen Cuba een nederlaag toebrengt op de Olympische Spelen 2000  in Sydney. Na zijn carrière wordt Reitsma voorzitter van de Nederlandse honk- en softbal bond als waardering voor al zijn inspanningen en om de sport smoel te geven. In 2004 ontvangt hij de ere Nipkowschijf voor zijn hele oeuvre.