Categorie archief: Waar gebeurd

Russische staatsmaffia

In 2015 verscheen het boek Red notice, later vertaald als Vijand van de staat. Het is het verhaal van Bil Browder over zijn leven. Zijn grootvader was leider van de communistische partij in de VS. Iets wat van grote invloed was op zijn eigen jeugd dat hierdoor rood kleurde. De jonge Bill, in al zijn jeugdige opstandigheid, bedacht als 12 jarige dat hij kapitalist wilde worden. Dat lukt hem bijzonder goed in het Rusland van de jaren 90. Hij beheert een tijd lang het grootste hedgefonds in het land.

Dat verandert als zijn hedgefonds in het vizier komt van Russische criminelen met een ambtelijke functie. Hij krijgt allerlei rechtszaken aan de broek. Een van zijn advocaten, Sergej Magnitsky, wordt op een vreselijke manier slachtoffer van de volstrekte wetteloosheid en wreedheid van deze mensen. Browder pleit met medestanders in de VS om een wet aan te nemen die het mogelijk maakt gerichte sancties in te stellen tegen mensen en organisaties uit andere landen die betrokken zijn bij ernstige schendingen van de mensenrechten en corruptie. Uiteindelijk met succes. Deze wet heeft de naam gekregen van genoemde Magnitsky.

Achtervolgd door de staatsmaffia begint net als het eerste boek van Browder met een scene die niet zou misstaan in een politieke thriller. Hij wordt gearresteerd in Spanje omdat er via Interpol een internationaal arrestatiebevel is uitgevaardigd. Er volgen een aantal benauwde uren als blijkt dat het de Russen zijn die om zijn arrestatie en uitlevering hebben gevraagd. Hoe Browder in deze situatie terecht is gekomen lees je in dit verbijsterende verhaal. Zelfs als je na lezing van Vijand van de staat weet hoe de Russen handelen als ze iemand op de korrel hebben en je het nieuws over de oorlog in Oekraïne volgt, blijft het onvoorstelbaar wat een soeverein land uitvreet om zijn belangen veilig te stellen. In de naam van Poetin.

Beide boeken overlappen elkaar enigszins, maar dat is niet storend. In een vlotte stijl en hoog tempo schetst Browder zijn overgang van hedgefonds-eigenaar naar mensenrechtenactivist.

Nog even dit. Ergens in het boek wordt een Russische mop verteld die een inkijkje geeft in die beruchte ziel van de Rus. Een geest verschijnt aan een Rus die drie wensen mag doen. De geest vertelt erbij dat alles wat de Rus wenst, zijn buurman het dubbele krijgt. De Rus denkt even na en zegt: “Steek mijn ene oog uit”.

Stad van de levenden

Rome, voorjaar 2016. In de auto onderweg naar de begrafenis van een oom, bekent Manuel aan zijn vader en broer dat hij iemand vermoord heeft. Dat het slachtoffer in zijn appartement ligt, een paar etages boven de woning van zijn vader. Samen met Marco heeft hij na dagenlang alcohol- en cocaïnegebruik Luca Varani naar zijn appartement gelokt en de beestachtige moord uitgevoerd.

Lagioia heeft zich vijf jaar lang bijna obsessief met de zaak bezig gehouden. Een moord die Italië maandenlang in zijn greep hield. Hij heeft familie en betrokkenen geïnterviewd. Het boek is een minutieus verslag van twee normale jongemannen, verstrikt in een relatie met seksuele spanningen, verongelijktheid en waanideeën. Met de schrijver daal je af in het delirium van Manuel en Marco.
Tegelijk schetst Lagioia een beeld van de inwoners, de fonteinen, de straten van de oude stad Rome waardoor je haar bijna kunt ruiken. Een geur van verval.

De overpeinzingen over zijn eigen leven en zijn contacten op straat met inwoners van de stad maken het ook een persoonlijk verhaal. Hoe verhoudt de schrijver zich tot deze misdaad, de daders en het slachtoffer? Die worsteling geeft het boek een extra laag.

Stad van levenden van Nicola Lagioia is geen gemakkelijk boek, bij tijd en wijle zelfs benauwend. Toch raak je als lezer volledig gefascineerd door het verhaal en is het boek moeilijk weg te leggen. Dat is de verdienste van de schrijver die een literaire meesterproef heeft afgelegd in het genre van waargebeurde misdaadverhalen.

Indrukwekkende verhalen

Sommige boeken kruipen onder mijn huid. Of ik dat nu wil of niet. Boeken met onderwerpen waar je eigenlijk heel verdrietig van wordt maar die zo mooi geschreven zijn dat ze absoluut de moeite waard zijn om te delen. Ik heb kort na elkaar twee van deze boeken gelezen en omdat de moeizame relatie met een ouder in beide boeken terugkomt deel ik ze samen in dit blog.

Om te beginnen een boek dat me getipt werd door een collega; Mijn moeder wil mijn naam niet weten van Christel Jansen. Dit waargebeurde verhaal over een beroemde celliste die niet weet hoe ze een moeder moet zijn voor haar drie kinderen is verbijsterend. Hoe kan het dat een vrouw met zoveel gaven niet in staat is een warm en liefdevol gezinsleven te hebben? Het is om te huilen. De kinderen groeien op in pleeggezinnen en tehuizen, waar ze liefdeloos en met harde hand behandeld worden. Mijn hart brak bij de verhalen van de beide jongens, die je vanuit hun eigen perspectief leest. Zij hebben beide nog een aantal jaar thuis gewoond maar na de geboorte van hun kleine zusje werd de situatie steeds schrijnender. Toen een tante ontdekte hoe het kindje leefde ontfermde zij zich over haar. In principe waren de kinderen elders beter af, maar diep van binnen willen ze gewoon gezien en geliefd worden door mama…

Dan Een spel van licht van Charles Martin. Het proloog zet al je zintuigen meteen op scherp dankzij een jeugdherinnering van Tucker. Hij en zijn halfbroer Mutt groeien op bij een zeer gewelddadige vader. Een moeder hebben ze niet, ze worden opgevoed door miss Ella, een diepgelovige huishoudster die van ze houdt alsof ze haar eigen kinderen zijn. De ervaringen uit hun jeugd hebben grote invloed op de levens van de broers. Mutt lijdt aan psychische stoornissen en aangezien Tucker niet weet hoe hij hiermee om moet gaan laat hij zijn broer opnemen in een inrichting. Zelf reist hij met zijn camera naar verschillende uithoeken van de wereld in de hoop zijn herinneringen achter zich te laten. Jaren later komen de broers weer met elkaar in contact en proberen ze samen in het reine te komen met de gebeurtenissen, maar zullen ze hun vader ooit kunnen vergeven?

Zoals je ziet zijn beide boeken behoorlijk heftig. Maar toch wil ik ze met je delen. Ze zijn het waard. Ideaal voor dit stormachtige weekend!

Fulltime avonturier

Door Angela Perdok

Op reis gaan is door deze hele Coronapandemie helaas niet meer zo vanzelfsprekend. Gelukkig kunnen we vanaf de bank in ons eigen huis nog wel lekker op reis in een boek, zelfs tijdens deze nieuwe lockdown. Ik heb gelijk een reis geboekt die ik waarschijnlijk zelf nooit zal maken, maar waarvan ik zou willen dat ik de ballen had om hem wel te maken.

Tamar Valkenier zat een paar jaar geleden met een gebroken been op de bank en dacht “is dit het nou?” Ze besluit haar baan op te zeggen en gaat op reis. Ze stapt op de fiets en trapt duizenden kilometers helemaal naar Istanboel. Dit is de eerste reis die ze in haar boek Fulltime avonturier beschrijft, haar fietstocht door Europa heen, zonder enige ervaring in fietsvakanties.

Het reisverslag leest echt als een spannende roman. Ik heb, bij wijze van, op het puntje van mijn stoel haar avonturen gevolgd. Ze neemt je niet alleen mee langs alle mooie momenten tijdens haar reis, ze neemt je ook mee langs de vele moeilijke en onzekere momenten. Zoals wanneer ze bijna onderkoelt raakt midden op een berg in Zwitserland, ternauwernood weet te ontsnappen aan een Italiaanse gladjakker of wanneer ze haar kameel en paard kwijtraakt in Mongolië met al haar bepakkingen.

Haar voetreis door Mongolië is haar tweede solo-reis. Met kameel, paard en hond loopt ze door dit open en soms onherbergzame landschap. Hoewel het een prachtige reis is, zijn er ook nu genoeg zware momenten en mooie ontmoetingen met een totaal andere cultuur. Dit alles leidt bij Tamar tot mooie persoonlijke inzichten, maar ook zeker bij mij als lezer. Het roept vragen op als:  hoeveel spullen heb je als mens eigenlijk nodig? En: Zou ik zelf mijn kleine huis en weinige eten ter beschikking stellen aan een voorbij zwervende reiziger?

Ze zoekt pas echt de spanning op als ze samen met de eveneens Nederlandse Mirjam op jaag-expeditie gaat door Nieuw Zeeland. Zelf kende ik Mirjam van het programma Floortje aan het einde van de wereld en dat was ook de reden dat ik dit boek ben gaan lezen. Tijdens deze loodzware voettocht buiten alle gebaande paden om, zoeken ze ook nog eens zelf hun eten bij elkaar. Veel avontuurlijker wordt het bijna niet.

Uiteindelijk is het vooral een verhaal over grenzen verleggen, ultieme vrijheid en persoonlijke bewustwording. Nu zie ik mezelf niet direct met een paard en een kameel een woestijn doorkruisen, maar Tamars verhaal heeft me zeker aan het denken gezet over hoe ik zelf, dichter bij huis, het avontuur kan opzoeken en persoonlijke grenzen kan verleggen.

Het heeft ook met de wildernis te maken en het loslaten van alles wat ik vind en vond. De rust dat ik niemand hoef te zijn, dat ik niks te bewijzen heb, dat ik in alle vrijheid de wereld mag ontdekken. Juist door die rust gaat een wereld aan mogelijkheden voor me open en ik durf inmiddels te denken dat als ik iets echt wil, ik het dan ook kan.

Eens ging de zee hier tekeer

Het dichten van de Afsluitdijk (1932) en de inrichting van de nieuwe Zuiderzeepolders kregen landelijk veel aandacht. Men geloofde in de vooruitgang en de focus lag op het nieuwe land. De plannen kwamen uit de koker van ingenieur Cornelis Lely, die de realisering van zijn levenswerk zelf niet meer meemaakte. Hij overleed in 1929. Voor de vissersfamilies uit de pittoreske Zuiderzeestadjes hadden de Zuiderzeewerken grote gevolgen. Er stroomde geen zout water meer in de Zuiderzee, het werkgebied werd kleiner en gemakkelijk uitvaren naar de Noordzee was er niet meer bij. De afsluiting had tot gevolg dat langs de boorden van de Zuiderzee duizenden gezinnen brodeloos werden.

De maakbaarheid die Nederland nastreefde , leek eerder te kunnen bewerkstelligd op de schone lei die de IJsselmeerpolders representeerden dan in de historische havenkommen van de Zuiderzee plaatsen. In de samengeknepen ogen van de vissersmannen gloorde niet de toekomst. Ze weerspiegelden het verleden.

Inderdaad, Eva Vriend kan schrijven! Eens ging de zee hier tekeer is een verhaal over eerlijke, hardwerkende mensen met veel gemeenschapszin, die geloofden in een toekomst in de visserij. Het leven en lot van deze kustbewoners was door het dichten van de Afsluitdijk met elkaar verbonden. Veel vissers waren door alle veranderingen genoodzaakt een beroep doen op de Zuiderzeesteunwet. Ze moesten zich laten omscholen en gingen op zoek naar ander werk. Aan de hand van vier families uit Wieringen, Volendam, Spakenburg en Urk vertelt de schrijver deze vaderlandse geschiedenis. Het is de rode draad in het boek, waarin ook andere families en verhalen aan bod komen.

Eva vriend is geboren en getogen in Luttelgeest en schreef in 2013 Het nieuwe land dat over de inpoldering van de toenmalige Noordoostpolder gaat. Voor Eens ging de zee hier tekeer dook de historica de archieven in, organiseerde vertelcafés en interviewde niet minder dan 100 mensen. Feiten en verhalen wisselen elkaar in hoog tempo af. De kracht van de schrijver is dat ze oprecht geïnteresseerd is in gewone mensen. Hoe brachten ze hun tijd door, wat waren hun problemen en wat was hun perspectief. Vooral de passages waarin ze beschrijft hoe de kotters op de Noordzee in zwaar weer terechtkomen zijn zowel meesterlijk als aangrijpend. Niets dan lof over dit grote verhaal, dat als geschiedenisboek in romanvorm is opgeschreven. Wel raak je zo nu en dan verstrikt in de vele personages met hun bijnamen, die worden opgevoerd.

Het is niet verwonderlijk dat dit kloeke werk de shortlist van de Libris Geschiedenis Prijs 2020 heeft bereikt. Het verhaal van de Zuiderzee en haar kust bewoners is een fascinerende geschiedschrijving. Ook als luisterboek te downloaden bij de bibliotheek.

Een doodgewone jongen uit Utrecht

Hij is niet iemand die graag in het middelpunt van de belangstelling staat en heeft aan het geven van interviews een broertje dood. Ook laat de geboren Utrechter nooit het achterste van zijn tong zien. Met het verschijnen van de autobiografie Basta is daar een einde aan gekomen. De lezer krijgt het complete verhaal voorgeschoteld: rauw, eerlijk, openhartig en onthullend. Niemand wordt gespaard.

Door de weinig harmonieuze gezinssituatie grijpt Marco van Basten de voetballerij aan om het ouderlijk huis zo snel mogelijk te ontvluchten. Zijn ouders hebben een slecht huwelijk en de dominante vader heeft geen oog voor de andere kinderen in het gezin. Misschien dat hier zijn sterke focus om de beste voetballer van de wereld te worden, is geworteld.

Met enige overdrijving kun je zeggen dat de enkel het hoofdpersonage van het boek is geworden; het is in ieder geval de leidraad. Een onschuldige overtreding in de wedstrijd tegen FC Groningen leidt sluipenderwijs het einde van zijn voetbalcarrière in. Op slechts 28-jarige leeftijd wordt de voetballer Van Basten ten grave gedragen; als mens moet hij door.

Veel ruimte is er ingeruimd voor Johan Cruijff. Wat aanvankelijk zijn idool is en later zijn medespeler en trainer wordt uiteindelijk een goede vriend. De heren raken gebrouilleerd en Cruijff overlijdt in 2016. Toch wordt de vriendschap postuum weer enigszins hersteld. Het is één van de aangrijpendste passages uit het boek. Opvallend genoeg komen Ruud Gullit en Frank Rijkaart, zijn makkers bij AC Milaan, nauwelijks in het verhaal voor. Vol lof en weinig kritisch is Van Basten over de omstreden mediamagnaat Silvio Berlusconi. Deze puissant rijke zakenman is eigenaar van AC Milaan en zorgt voor een vorstelijk salaris. Door verkeerde beleggingen slinkt het miljoenenvermogen van de Milanese spits met bijna de helft, juist op het moment dat de Italiaanse fiscus bij hem aanklopt.

De meeste mensen kennen Marco van Basten slechts als de gevierde voetballer die successen heeft behaald met Ajax, AC Milan en het Nederlands Elftal, maar een lofzang op deze prachtige voetballer is het boek  nadrukkelijk niet geworden. Uitgebreid vertelt Van Basten over zijn faalangst, spanningen en depressies, maar ook over zijn weinig geslaagde trainerscarrière. Persoonlijke ontwikkeling neemt een belangrijke plaats in. Hij werkt keihard aan zichzelf, kan meedogenloos zijn en doet aan zelfreflectie. Ik ben de beste, op mijzelf na is één van zijn gevleugelde uitspraken. Deze autobiografie is ook voor de niet voetballiefhebber interessant om te lezen.

Basta gaat over een doodgewone jongen uit Utrecht die toevallig aardig tegen een balletje kon trappen, maar aan wie het circus rondom het voetbal niet is besteed. Door alle tegenslagen in zijn leven is hij –naar eigen zeggen- een prettiger mens geworden.

 

Het antwoord op misschien

Hij is taxichauffeur, zij is zijn nieuwe klant.
Hun liefde is zeker, hun toekomst niet.

Met deze woorden trekt auteur Hendrik Winter mijn aandacht en daarom gaat Het antwoord op misschien snel mee naar huis. Het eerste hoofdstuk is meteen al prikkelend. Winter heeft een fijne manier van schrijven waarmee mijn nieuwsgierigheid gewekt is en ik met een goed gevoel aan hoofdstuk twee begin . En dat is even schrikken, die zag ik niet aankomen!

Goed, achteraf gezien had ik mezelf die verrassing kunnen besparen door de achterflap te lezen. Maar dat is iets wat ik nooit doe. Ik baseer mijn boekenkeus bij voor mij onbekende auteurs altijd alleen op de titel en de kaft. Ik wil gewoon lekker blanco aan een nieuw boek beginnen, dus lees ik nooit de flaptekst. Goeie tip die ik jaren geleden kreeg en ik kan het iedereen aanraden. Maar dat terzijde.
Als je zelf ook liever niet van te voren weet waar een boek over gaat dan raad ik je aan nu te stoppen met lezen van dit blog.

Het antwoord op misschien  gaat over de 25-jarige Adam, die in een ‘kankerkar’ rijdt. Excuses voor de formulering, niet mijn woorden.
Hij rijdt kankerpatiënten naar bestralings- en chemotherapie, naar afspraken met specialisten of het ziekenhuis. Een baan die veel meer inhoudt dan alleen chauffeur zijn, want zes tot acht weken lang dagelijks gemiddeld een uur met iemand doorbrengen in de beperkte ruimte van een auto schept intimiteit, of je dat nu wilt of niet.
Op een dag stapt Jessi in zijn auto, een jonge vrouw die een tumor in haar luchtpijp heeft. Adam en Jessi hebben meteen vanaf het begin een klik. Ze praten over van alles en nog wat en groeien steeds meer naar elkaar toe. Jessi is een opmerkzaam type die geen blad voor de mond neemt en dankzij haar gaat Adam op een andere manier naar zichzelf kijken.

Dit boek is schitterend, ik kan niet anders zeggen. Het onderwerp is uiteraard al bijzonder meeslepend maar de manier waarop Winter dit weet te formuleren is echt prachtig. Dit komt waarschijnlijk omdat de schrijver dit verhaal grotendeels zelf ervaren heeft. Wat de reden ook is, dit boek wil je gewoon lezen.

Duister hoofdstuk uit de Amerikaanse geschiedenis

De nieuwste roman van Colson Whitehead is een op ware gebeurtenissen gebaseerd verhaal dat zich afspeelt in de vroege jaren zestig ten tijde van de Jim Craw-rassenwetten in de Zuid-Amerikaanse staat Florida. Elwood Curtis, de zwarte hoofdpersoon in De jongens van Nickel, is zes wanneer zijn ouders hem in de steek laten. Voor hem is dat het moment waarop hij zich van de wereld bewust wordt. Hij groeit op bij zijn oma, haalt goede cijfers op school en besluit te gaan studeren. De grijs gedraaide langspeelplaat met speeches van dr. Maarten Luther King, vormt een bron van inspiratie:

Er zijn grote krachten die de Neger eronder willen houden, zoals de Jim Crow-wetten, en er zijn kleinere krachten die je eronder willen houden, zoals andere mensen, en tegenover al die krachten, de grote en de kleine, moet je je weerbaar opstellen en je gevoel voor eigenwaarde bewaren.

Een lift naar zijn nieuwe hogeschool wordt Elwood fataal.  Na een onterechte beschuldigd van diefstal  belandt hij op de Nickel Academy, een tuchtschool waar zwarte jongens aan het sadisme van hun witte bewakers zijn overgeleverd. Marteling, misbruik en corruptie zijn aan de orde van de dag. Voor hem is er nog maar één houvast, zijn vriend Turner, die net als hij wil ontsnappen uit deze gruwelkamer.

Colson Whitehead is een echte storyteller. Hij neemt de lezer mee in een mensonterend verhaal dat het voorstellingsvermogen te boven gaat. De ontknoping kan met een gerust hart schokkend worden genoemd. De schrijver toont weinig emotie en presenteert de gebeurtenissen als koele feiten. Dat hij de neiging heeft uit te weiden over allerlei randzaken die nauwelijks iets toevoegen aan het eigenlijke verhaal mag ook als een minpuntje worden beschouwd, maar doen geen werkelijke afbreuk aan deze roman.

Oud-president Barack Obama noemt dit boek een must read en de Volkskrant kent vijf sterren toe. Voor dit duistere hoofdstuk uit de Amerikaanse geschiedenis en voor racisme in het algemeen mag onze aandacht nooit verslappen.

Colson Whitehead is een gevierd auteur in de Verenigde Staten en reist de wereld over om zijn werk te promoten. Zijn vorige boek, De ondergrondse spoorweg gaat over slavernij en werd bekroond met de National Book Award.

“In het eeuwige strijdgewoel van man en vrouw ben ik een onnozele”.

Van schrijver en beeldend kunstenaar Jan Cremer, die binnenkort 80 jaar wordt, is Canaille -het derde deel in de Odyssee serie- verschenen. De cyclus begint met Fernweh over de familiegeschiedenis van zijn ouders en Loes Hamel, de liefde van zijn leven staat centraal in Sirenen (deel twee). De boeken zijn goed afzonderlijk van elkaar te lezen.

We schrijven 1967, het is een chaotische tijd en de relatie met top mannequin Loes Hamel loopt op haar laatste benen. Jan Cremer besluit het vaderland achter zich te laten en zijn geluk in de Verenigde Staten te beproeven. Hij strijkt neer op Cape God, een schiereiland in de Staat Massachusetts, waar de gemeenschapszin nog zeer hecht is. Aan vrouwelijk schoon geen gebrek, de ik-figuur wisselt de relaties met zijn geliefden net zo makkelijk in als een klant de volle spaarkaart bij de plaatselijke buurtsuper.

Maar dan wordt het serieus. De hoofdpersoon verovert de adembenemend mooie ballerina Perrine, verbonden aan het New Yorks Ballet en afkomstig uit België. Zij wordt zijn nieuwe liefde en met de komst van dochter Camille lijkt de schrijver gesetteld. Maar geldgebrek en de verleiding door andere vrouwen stelt de relatie zwaar op de proef. Er ontwikkelt zich een enorme machtsstrijd, die prachtig wordt beschreven. Gesteund door de vlotte pen van Jan Cremer wordt de lezer meegesleurd in dit aangrijpende verhaal, waarin de schoonfamilie zich als zijn grootste vijand ontpopt. Ondertussen leert de schrijver de duistere kanten van zijn aanstaande echtgenoot steeds beter kennen.

Was het eerste bezoek van zus Betty al een teken aan de wand, met de eerste blik op mijn toekomstige schoonouders wist ik dat het met Perrine voorbij was, dat ik vrouw en kind kwijt was

Ondanks alle problemen trekt de schrijver de wereld over en blijft hij positief gestemd. Regelmatig hanteert hij de overtreffende trap zoals we dat van hem gewend zijn. Hij heeft al een sigaret in de mond nog voor hij ’s ochtend zijn ogen opent, in het casino jast hij al z’n geld erdoor om vervolgens een dure vakantie naar Scandinavië te boeken en aan de voortdurende verleidingen van een aan hem toegewezen beeldschone literair agente geeft hij niet toe. Prachtig beschreven, maar niet erg geloofwaardig. Toch komt hij ermee weg, want de schrijver heeft de sympathie van de lezer allang gewonnen.

Canaille is nauwelijks een roman te noemen. Het is een onweerstaanbare liefdesgeschiedenis gegoten in een soort dagboekvorm met genummerde hoofdstukken. Cremer hanteert in het boek een vlotte rechttoe-rechtaan-stijl en neemt geen blad voor de mond. Het neerzetten van karakters en de prachtige landschapsbeschrijvingen verraden zijn vakmanschap. Alles wordt met de nodige bravoure aan het papier toevertrouwd, maar als je het boek dichtslaat heeft de stoere macho man toch iets van zijn glans verloren.

 

Wat er ook gebeurt: je hebt altijd een keuze

Eén van de leukste manieren om aan nieuwe leestips te komen is via vrienden of kennissen. Tijdens een gezellig etentje vertelde mijn vriendin zo enthousiast over het boek De Keuze en hoeveel indruk dit op haar had gemaakt dat ik het daar in het restaurant ter plekke gereserveerd heb. 🙂

Wat er ook gebeurt: je hebt altijd een keuze

De Keuze is geschreven door Edith Eva Eger, die als 16-jarig meisje met haar ouders en zus naar Auschwitz werd gedeporteerd.
In haar boek vertelt ze bijzonder gedetailleerd over haar ervaringen in het kamp. Ik vond dat zo indrukwekkend. Deze vrouw heeft dit boek namelijk pas geschreven toen ze al 90 was. Niet te geloven toch! Dat je ruim 70 jaar deze herinneringen met je meedraagt en ze dan nog kunt opschrijven alsof het gister gebeurd is. Het lijkt mij een enorme last om te dragen. Uit een interview met Dr. Eger kan ik opmaken dat het delen van alle details uiterst pijnlijk is geweest maar haar tegelijkertijd bevrijdde. Dat maakt me blij.

Wat dit boek bijzonder maakt is dat het niet alleen de herinneringen aan de oorlog beschrijft, maar vooral het leven van Dr. Eger daarna.
Hoe ze langzaam maar zeker sterker wordt, een lieve man trouwt, een dochter krijgt en daarna emigreert naar Amerika. Hier wordt het gezin nog uitgebreid en besluit Edith psychologie te gaan studeren. Haar boek is dan ook doorspekt met ervaringen van patiënten uit haar praktijk. Een terugkerend onderwerp is de keuze. Dr. Eger laat haar patiënten inzien dat je zelf een keuze hebt in je ervaringen met moeilijkheden die op je pad komen. Ja, het is zwaar en nee, je wilde dit niet maar het overkomt je nu wel en daarom is aan jou de keuze hoe je er mee omgaat. Zoals ik het nu opschrijf klinkt dat misschien te simpel, maar dat is kort gezegd waar het verhaal op neerkomt. De manier waarop Dr. Eger dit beschrijft en ook zelf toepast is vele malen mooier en daarom raad ik je ook aan dit boek te gaan lezen. Het is een boek dat hoop geeft.