Tagarchief: bergbeklimmen

Niet doodgaan, daar ging het om

Voor iemand die in het dagelijks leven ladders mijdt, is Zuurstofschuld een duizelingwekkend verhaal over het beklimmen van bergtoppen en een vriendschap.

Walter, de schrijver van het verhaal, komt tijdens zijn studie Lenny tegen. Lenny is al jong bevangen door klimkoorts. In hun studentenstad beklimt hij de pijlers van een brug, als voorbereiding op het grote werk. Tussen de twee ontstaat een vriendschap en voor je het weet ben je met ze in de Alpen. Lenny klimt voor, Walter volgt. Hun vriendschap is hecht, gesmeed door het gezamenlijk klimmen*. Wat de vriendschap karakteriseert is deze passage:
“Mensen die samen kunnen zwijgen hebben vertrouwen in elkaar, het allergrootste vertrouwen. Zodra ze gaan praten is er iets mis.”
Als Lenny een relatie krijgt en de bergen achter zich laat, voelt Walter zich verlaten. Hij blijft doorklimmen, het liefst zoekt hij in zijn eentje de weg naar boven.

Heijmans heeft een prachtig boek geschreven, parels van zinnen, ijzingwekkende scenes, de romantisch heroïek die Walter en Lenny de bergen opdrijft, de kritiek op het bergtoerisme (de been there, done that mentaliteit). De bergen beschreven, waar je gedachten krimpen naarmate de lucht ijler wordt.

Met als hoogtepunt het stuk waar de oudere Walter, opgesloten in een klein koepeltentje met een medeklimmer, een dagenlange storm moet zien te overleven. Je zit als derde persoon in dat tentje, dat is de kracht van Heijmans.

Walter: Al mijn bergen hadden me laten gaan.

*Verderop in het boek wordt verteld dat een dergelijke band het klimmen kan hinderen omdat je te veel om de ander geeft en die niet in gevaar wil brengen.

Vader tegenover zoon

Naar catalogus
Naar catalogus

De rivaliteit tussen vader en zoon zal geen enkele vader of zoon vreemd zijn. Meestal is het de zoon die problemen met zijn vader heeft. Edzard Mik geeft dit gegeven een draai van 180°.

Vader Hugo worstelt al jaren met zijn gevoelens voor zijn zoon Ruben, een begenadigd bergbeklimmer. Een dramatisch ongeluk aan de voet van de Mont Blanc toen Ruben 15 was, bepaalt vele jaren later nog steeds de verhouding tussen die twee.

Ruben heeft een boek geschreven over zijn leven als bergbeklimmer en over het ongeluk waarbij zijn neef betrokken was. Met zijn weergave van die gebeurtenis heeft Hugo grote moeite.

Edzard Mik schetst vader Hugo als een man die, ondanks zijn “geslaagde” leven, een twijfelaar is die zijn angsten liever uit de weg gaat dan ze tegemoet te treden. Zoon Ruben heeft er juist zijn levenswerk van gemaakt om zijn angsten tegemoet te treden.

Op de gletsjers aan de voet van de Mont Blanc vindt de ontknoping van het verhaal plaats. In een enkel zinnetje wordt duidelijk hoe groot het onbegrip van Hugo is met betrekking tot zijn zoon, al vraag je je af of zijn inzicht zal beklijven.

Mooie psychologische roman waarbij je ook nog een kijkje krijgt in de wereld van bergbeklimmers. Het is nogal druk op de frisse flanken van de Mont Blanc, waar hele hordes onder begeleiding van gidsen berglucht opsnuiven. Het deed mij wel een beetje denken aan de keren dat ik van Holwerd naar Ameland ben gelopen. Je ziet meer mensen dan zeehonden. In dit geval meer kleurige bergbeklimmersjassen dan gemzen.