Tagarchief: Woody Allen

Een onbeschaafde neurotische druiloor

Als oprechte Woody Allen fan ontkom je niet aan het lezen van zijn autobiografie À Propos. Toch heb ik wel even getwijfeld er een blogbericht aan te wijden. Dat heeft te maken met de onverkwikkelijke familiegeschiedenis die hem in 1991 plotseling ten deel viel. Zijn vrouw Mia Farrow beschuldigde hem toen van incest met haar dochter, nadat Allen haar had verlaten voor een andere vrouw. Waarheid of ultieme wraakoefening? De rechters stelden haar tot twee keer toe in het ongelijk, nadat verschillende onderzoeksrapporten aangaven dat er geen sprake was van misbruik. Wel leiden de valse beschuldigen tot een verschrikkelijke (sensatie)pers en enorme juridische kosten. Vanaf dat moment werden zijn films uitsluitend nog in het buitenland vertoond, in Amerika werd hij in de ban gedaan. Woody Allen ruimt niet minder dan een derde deel van het boek in om de lezer van zijn onschuld te overtuigen. En dat is veel in een autobiografie over een filmregisseur met 50 films achter zijn naam.

Opgegroeid in een Joods gezin uit de lagere klasse vult hij al snel de Broadwayrubrieken van alle kranten met comedy’s en oneliners. Ook is hij een veelgevraagde komiek. Zijn ouders zien het met lede ogen aan. Over alles zijn ze het oneens, behalve over Hitler en de rapportcijfers van hun jonge zoon.  Opvallend genoeg ziet Woody Allen zichzelf in de eerste plaats als schrijver en niet als filmregisseur. Hij schrijft vlot, relativeert zichzelf voortdurend en schotelt de lezer in À propos een verbazingwekkend verhaal voor, vol met anekdotes.

Ik ben slechts een onbeschaafde neurotische druiloor die sinds zijn 16e voort dobbert op zijn talent om te amuseren.

Zijn eerdere huwelijken en de acteurs waarmee hij samenwerkte worden uitgebreid besproken. Veel aandacht is er voor zijn persoonlijke en professionele relatie met Mia Farrow, de vrouw die zijn leven zo’n dramatische wending gaf. Van haar laat hij dan ook geen spaan heel. De lezer moet zich wel realiseren dat het zijn waarheid is.

Niet het applaus, maar de creatieve daad bij het maken van films staat bij deze iconische Amerikaan voorop. Ook met de grootste lof krijg je nog steeds artritis en gordelroos is de nuchtere verklaring van de man die vindt dat hij nog nooit een goede film heeft gemaakt. Als hij zijn leven over mocht doen, zou hij dan iets anders doen, stelt Woody Allen zichzelf de vraag. Ik zou niet die magische groentesnijder kopen die die gast op televisie aanprees, is zijn antwoord. Hiermee hebben we de toon van het boek goed te pakken. Zelfs bij serieuze zaken probeert hij met de nodige humor zijn levensangst te bezweren.

To Rome with love

Naar catalogus
Naar catalogus

Zestien uur slaap per nacht heeft hij nodig, anders kun je hem wegdragen. Woody Allen overdrijft graag, maar komt wel elk jaar met een nieuwe film. Eind vorig jaar verscheen ‘To Rome with love’, de opvolger van ‘Midnight in Paris’.

De film begint met een agent die midden op een groot plein in het centrum van Rome het verkeer staat te regelen. Hij ziet de mensen, hij ziet het (dagelijks)leven en komt tot de conclusie dat alles in  Rome een verhaal is.

De verhaallijnen lopen dwars door elkaar. Zo is daar Woody Allen zelf. Hij is de schrijver en regisseur van de film en speelt een rol als gepensioneerd operaregisseur, die verwoede pogingen in het werk stelt een zingende begrafenisondernemer het podium op te krijgen.  Verder volgen we een pas getrouwd stel dat hun honeymoon viert in Rome. Dat ze beiden het bed delen met iemand anders mag geen verwondering wekken voor wie het werk van Allen een beetje kent.

Een oudere architect voorziet een student, die zijn eerste schreden op het liefdes pad zet, van adviezen. Hij duikt overal in de film op als een soort geestverschijning. In de vierde verhaallijn speelt Roberto Benigni een belangrijke rol. Vanuit het niets wordt hij wereldberoemd. Benigni is de bekende vrolijke Italiaanse acteur die ooit in ‘Hier is Adriaan van Dis’ bij de gastheer op schoot klom.

De verhaallijnen hebben, behalve dat ze zich allemaal in Rome afspelen, weinig met elkaar gemeen. Ze bestaan uit scherpe dialogen met veel humor en ironie, een beetje het handelsmerk van Woody Allen. Als de grote regisseur zijn aanstaande schoonzoon ontmoet en deze vraagt hoe de vlucht is geweest mompelt Allen: “ Ach, beetje turbulentie. Je leest het morgen wel in de krant als ze de zwarte doos hebben gevonden”.

De film verteld geen diepgravend verhaal. Wel krijgen we een mooi beeld van Rome te zien. De muziek die eronder zit versterkt dit beeld. Je blijft als kijker vrolijk achter als de aftiteling langs komt.